Vendor lock-in maakt een zorgorganisatie afhankelijk van zijn leverancier van ICT-producten en diensten, doordat die exclusief zijn ontwikkeld en niet gebaseerd op standaarden. Veranderen van leverancier kan dan alleen met substantiële omschakelingskosten of ongemak. Daar zit niemand op te wachten. Ascom kiest daarom voor de strategie van het werken met open standaarden en het creëren van nieuwe open standaarden samen met sterke healthcare alliance partners.
Dit artikel is ook verschenen op ICT&health
Hans Rehorst, Senior Product Manager Healthcare, weet dat in de wereld van medische technologie die openheid en bereidheid daartoe nog niet overal gemeengoed is. “Aan ons portfolio en aantal integraties is te zien dat wij nu meer open zijn dan ooit.”
Daar is net als bij andere leveranciers een geschiedenis aan vooraf gegaan. Van oudsher lag bij het gebruik van zorg- en gebouwtechnologie de nadruk op hardware, aldus Rehorst. “Bij een project leverde je alles eenmalig technisch goed werkend op. Eigenlijk was dit ook het eindstation van het traject. Het was vaak een statische inrichting waar je - zolang het niet stukging - vooral niet aankwam. Belangrijk voor de klant waren de garantie en de bijbehorende 24x7 service door de leverancier. Het gaat immers om de ondersteuning van kritieke situaties met meestal cruciale alarmen, zoals oproep- en alar-meringssystemen.”
Tegenwoordig kiezen organisaties liever voor een complete ICT-toepassing waarbij zowel hard- als software benodigd is en die in de driehoek ICT - Gebouw/Huisvesting en (Medische) Techniek - Zorg ingevuld dient te worden. Software biedt ook de mogelijkheid om tussentijds functionele verbeteringen en verrijkingen door te voeren. Maar dat moet je dan wel kunnen borgen en beheren. Bovendien draait software meestal op een besturingssysteem dat je regelmatig moet updaten.
Daar komt bij dat deze oplossingen doorgaans op een locatie zelf draaien. Als een softwarematige oplossing servers, koppelingen, inlogaccounts, functioneel beheer en dergelijke vereist, dan wil je dit ook centraal kunnen beheren. Zo zie je dat organisaties door de jaren heen eenmalige keuzes hebben gemaakt bij een nieuwbouw of verbouw, maar op organisatieniveau nu met een diffuus landschap zitten dat moeizaam te behe-ren is. Laat staan eenvoudig is uit te breiden.
Om die reden heeft Ascom de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in haar Healthcare Platform (zie illustratie onderaan de pagina), een basis met veel keuze- en integratiemogelijkheden. Het hebben van keuzes klinkt fijn, maar volgens Ascom is het belangrijk om niet alles aan integraties open te laten.
Rehorst gaat hier nader op in: “We kunnen aan de klant voorstellen: geef ons je protocol en we bouwen het in. Maar dat is geen echte openheid. Een mogelijkheid die meer vrijheid, of eigenlijk meer spreiding van risico biedt, is het gebruik van API’s, Application Programming Interfaces. Hiermee geven wij een derde partij de mogelijkheid om van ons systeem gebruik te maken. Daarmee is de klant dus wel afhankelijk van deze derde partij geworden, maar heeft wel zelf in de hand wie dat is. Ascom heeft diverse API’s beschikbaar die door derden worden gebruikt. Een voorbeeld hiervan binnen de Ascom Unite-software zijn de API’s voor toewijzing van kritische medische alarmen en voor het beheer van gebruikers.”
De grootste mate van openheid van een systeem is te realiseren door software te ontwikkelen volgens (wereldwijde) standaarden. Ascom werkt mee aan het tot stand komen van zulke standaarden. Bijvoorbeeld ‘Trauma Recovery in the Quiet ICU’ en de gerelateerde IHE-profielen.
Standaarden hebben een aantal voordelen, benadrukt Rehorst: “Standaarden leiden tot simplificering van integraties en vermindering van onderhoud. Een voorbeeld hiervan is Digistat. Deze software is binnen het Ascom Healthcare Platform het koppelvlak voor medische appa-ratuur. Voor Digistat bestaan nu meer dan 350 software drivers voor velerlei apparatuur van verschillende fabrikanten, waaronder Philips, GE Healthcare, Hamilton, Arcomed, Dräger, B. Braun en CareFusion. Zelfs binnen één leverancier hebben we soms meerdere drivers afhankelijk van het type apparaat. Stel je nou eens voor dat je deze unieke drivers kunt vervangen door een beperkt aantal standaarden?"
Voor zorgorganisaties leiden standaarden tot minder risico’s bij het koppelen van systemen. De gemiddelde prijs kan naar beneden, wat een lagere drempel is om een extra koppeling te maken. Meer koppelingen kunnen zorgen voor een betere ondersteuning van de workflow en de patiëntveiligheid.
Een ander voordeel is dat er gemakkelijker data kunnen worden verzameld die beter toegankelijk zijn en bijvoorbeeld te gebruiken zijn in een clinical decision support system (CDSS). Het Slingeland ziekenhuis laat daarvan een goed voorbeeld zien. Slimme medische sensoren registreren verschillende lichaamsfuncties en brengen deze als drie afzonderlijke parameters als early warning scores bijeen in één overzichtelijk dashboard en op de smartphone van de zorgverlener.
Ook voor leveranciers hebben standaarden een voordeel. Er is minder onderhoud nodig en de kwaliteit gaat omhoog. Ook zijn er betere afspraken te maken over interoperabiliteit en performance, wat een must is in de MDR die op 26 mei a.s. in werking treedt. Voor wie het heeft gemist: de Europese verordening voor medische hulpmid-delen (Medical Device Regulation, MDR) zou in mei 2020 van kracht worden. Door de coronapan-demie is dit een jaar verzet (lees over de MDR ook het artikel van Deloitte op pagina 32-33, red.).
Het portfolio van Ascom is door de jaren heen sterk gegroeid. Zowel in inhoud (functionaliteiten) als in aantallen. Het is een gelaagde mix van eigen Ascom hard- en software en producten en diensten van partners, schetst Rehorst: “Om een gezonde mix te houden tussen wat Ascom zelf kan leveren en producten die erop aansluiten, moeten we open zijn. Je wilt en kunt niet alles zelf ontwikkelen. Op basis van strategisch partnership maken wij integraties met een brede selectie aan partnerproducten en -diensten die wij ook zelf verkopen, implementeren, beheren en servicen.”
Er zijn echter ook veel situaties waarbij een derde partij graag wil integreren met het Ascom portfolio, maar om diverse redenen zelf wil of moet implementeren en beheren. Deze partijen willen dan wel garanties of certificeringen kunnen bieden aan de markt. Dat is mogelijk binnen het Technology Partner Program. Afsluiten van eigen contracten is mogelijk terwijl toch de garantie gedekt blijft. Te denken valt aan WiFi- en SIP-interoperabiliteit (SIP = session initiation protocol) voor het mobility platform.
Bovenstaande staat nog los van bekende en veelgebruikte koppelvlakken zoals HL7, OAP en ESPA. Hierbij onderhoudt Ascom de technologi-sche implementatie in de eigen oplossing en stelt bijvoorbeeld het Open Access Protocol, OAP, ter beschikking aan derde partijen zodat ze van dit protocol gebruik kunnen maken. Zijn er geen standaarden of generieke protocollen beschik-baar dan kan er op verzoek maatwerk gerealiseerd worden. Maatwerk kan uiteraard zonder Technology Partner Program, maar op basis van afspraken tussen de betrokken partijen.